Beste lezer,
omdat wij elkaar in deze dagen van corona, van quarantaine en een milde vorm van opsluiting meer dan anders nodig hebben, hier een briefje voor iedereen die zich misschien eenzaam voelt: om elkaar niet uit het oog te verliezen, en vooral ook om u te laten weten dat ik met u meeleef in deze toch wel barre tijden, meeleef en meebid: om uiterlijke volharding en innerlijke kracht daarvoor.
Wanneer je, al dan niet ziekelijk door het coronavirus, gedwongen bent om niet verder te leven dan de omtrek van je kamer(s), dan kan het tot je doordringen: je lichaam is een netwerk van relaties, relaties met de wereld om je heen, met jezelf, met anderen ook en vooral, en met God misschien bovenal. Je gaat de tijd anders beleven: de lengte ervan, de lange duur van de dag, de leegte soms, het verglijden van de tijd tussen je vingers door. Veel vanzelfsprekendheden, zoals je gezondheid, blijken ineens niet zo vanzelfsprekend meer te zijn. En je moet het opnieuw leren: thuis zijn bij jezelf. Een beproeving. Je proeft meer dan anders wie je bent, wie je zijn wilt en wie en wat je mist.
Ik moest dezer dagen denken aan Jezus’ woorden tot zijn leerlingen in hun vissersbootje, terneergeslagen, ‘niets gevangen’. Jezus zegt: vaar naar dieper water. Letterlijk staat er: vaar hogerop naar het diepe en laat je netten zakken. Het staat zo in Lucas 15. Hoog en diep tegelijk dus. Je wordt geproefd: hoe hoog durf je te kijken en hoe diep durf je daarvoor te gaan? Durf je het aan om niet méér te zijn dan een arme mens, een mens die durft afdalen in zijn armoede om naar de rijkdom van Gods hoogte te reiken? Dat is, althans voor mijzelf, een troostende gedachte, en ik hoop voor u ook. Daarom schrijf ik haar hier voor u op.
Met van harte een groet.
André Zegveld